Je kind is 7 jaar, zit in groep 3 of 4 en leert volop rekenen. Dit is een fantastisch moment om (verder) te gaan met zakgeld! Het is veel meer dan een paar euro per week; het is een krachtig middel in de financiële opvoeding. Door je kind nu al op een speelse manier met eigen geld te laten oefenen, leg je een belangrijke basis voor later. Ze leren de waarde van geld kennen, dat je keuzes moet maken en dat op ook écht op is.
Maar de vraag die de meeste ouders bezighoudt is natuurlijk: hoeveel zakgeld is normaal voor een 7-jarige?
Hoeveel zakgeld geef je een 7-jarige?
Een van de meest gestelde vragen! Gelukkig hoef je het wiel niet zelf uit te vinden. Het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) doet hier regelmatig onderzoek naar en geeft duidelijke richtlijnen.
Voor een 7-jarige ligt het gemiddelde zakgeld per week tussen de € 1,40 en € 2,30.
Dit bedrag is een richtlijn, geen wet. Hoeveel je precies geeft, hangt natuurlijk af van een paar dingen:
- Jullie eigen budget: Geef een bedrag dat past bij jullie financiële situatie.
- De afspraken: Wat moet je kind van het zakgeld betalen? Is het alleen voor snoep en klein speelgoed, of ook voor cadeautjes voor vriendjes? Hoe meer verantwoordelijkheden, hoe hoger het bedrag kan zijn.
Jaarlijks het zakgeld verhogen, bijvoorbeeld rond de verjaardag, is een goed gebruik.
De beste aanpak: 5 tips voor zakgeld op je 7e
De hoogte van het bedrag is één ding, maar de manier waarop je het geeft, is misschien nog wel belangrijker. Met deze aanpak maak je van zakgeld een succes.
1. Contant geld is koning
Op deze leeftijd is het slim om het zakgeld contant te geven. Contant geld is tastbaar: je kind kan de verschillende munten zien, voelen en tellen. Ze zien hun geld letterlijk verdwijnen als ze iets kopen. Dit helpt enorm bij het krijgen van besef van de waarde van geld, iets wat met een getal op een scherm veel abstracter is.
2. Wekelijks op een vast moment
Kinderen van 7 hebben nog een korte tijdshorizon. Een week is voor hen goed te overzien. Door het zakgeld wekelijks op een vaste dag te geven, bijvoorbeeld op zaterdagochtend, creëer je een voorspelbaar ritme. Je kind leert hierop rekenen en vooruit te plannen voor die week.
3. Maak duidelijke (en simpele) afspraken
Heldere regels voorkomen een hoop discussie. Bespreek samen waar het geld voor bedoeld is. Mag het besteed worden aan snoep? Een tijdschrift? Of wil je dat ze een deel sparen? Leg deze simpele afspraken vast in een leuk 'zakgeldcontract'. Dit hoeft niet ingewikkeld te zijn, maar het maakt de regels voor iedereen duidelijk en officieel.
4. Zakgeld is leergeld: laat je kind fouten maken
Dit is misschien wel de belangrijkste én moeilijkste regel voor ouders: op = op. Als het geld na twee dagen al op is, is de verleiding groot om bij te springen. Probeer dit niet te doen. De teleurstelling die je kind voelt, is een ontzettend krachtige les in budgetteren.
Het principe "zakgeld is leergeld" betekent dat je kind de ruimte krijgt om zelf te experimenteren. Die ene miskoop waar ze achteraf spijt van hebben? Dat is een effectievere les dan welke waarschuwing dan ook.
5. Zakgeld is géén loon (en ook geen straf!)
Experts zijn het erover eens: zakgeld is een leermiddel en moet niet gekoppeld worden aan standaard klusjes in huis, zoals de tafel dekken of je kamer opruimen. Het is ook geen middel om te straffen door het in te houden. Je kind moet op het zakgeld kunnen rekenen om te leren plannen. Wil je je kind extra laten verdienen? Koppel dan een vergoeding aan een extra klusje dat buiten de normale taken valt, zoals de auto wassen.
En na 7 jaar? Een blik op de toekomst
De financiële opvoeding groeit met je kind mee. De aanpak voor een 7-jarige is anders dan voor een kind op de middelbare school.
- Rond 10 jaar: Dit is vaak een goed moment om de overstap te maken naar (deels) digitaal zakgeld via een eigen jeugdbankrekening. Je leert je kind dan omgaan met een pinpas en het checken van een saldo.
- Vanaf de middelbare school (12 jaar): Dan wordt het zakgeld vaak per maand gegeven om te leren plannen over een langere periode. Ook komt er vaak een nieuw budget bij: kleedgeld.
Door nu een goede en consequente basis te leggen, maak je de volgende stappen in de financiële opvoeding een stuk makkelijker.
