De overgang naar de middelbare school is een grote stap, ook financieel. Je kind krijgt meer vrijheid en ook meer uitgaven. Een bioscoopje pakken met vrienden, even de stad in; het hoort er allemaal bij. Dit is dan ook vaak het moment waarop veel kinderen meer zakgeld krijgen. Maar hoeveel zakgeld geef je een 12-jarige? En waar moet je op letten?

Hoeveel zakgeld is normaal voor een 12-jarige?
Volgens het Nibud krijgt een brugklasser gemiddeld tussen de €15 en €20 per maand aan zakgeld. Andere bronnen geven een richtlijn aan van €20 tot €22 per maand. Waar kinderen op de basisschool hun zakgeld vaak per week krijgen, is het voor middelbare scholieren gebruikelijker om dit per maand te ontvangen. Zo leert je kind om te gaan met een vast budget en vooruit te plannen.
De hoogte van het bedrag hangt van een aantal factoren af:
- Jullie budget: Hoeveel kun je zelf missen? Kijk naar je eigen portemonnee en bepaal een bedrag dat voor jullie haalbaar is.
- De afspraken: Wat moet je kind er zelf van betalen? Gaat het alleen om snoep en kleine cadeautjes, of ook om bijvoorbeeld de bioscoop, telefoonabonnement of schoolspullen? Zet samen alle uitgaven op een rij om te bepalen wat een passend bedrag is.
Beginnen met kleedgeld
Rond de leeftijd van 12 of 13 jaar is het een goed moment om ook te starten met kleedgeld. Dit geeft je kind de verantwoordelijkheid over een eigen kledingbudget en leert het bewuste keuzes te maken. Uit onderzoek van het Nibud blijkt dat middelbare scholieren gemiddeld zo'n €50 per maand aan kleedgeld krijgen.
Maak ook hier duidelijke afspraken over:
- Wat wordt ervan betaald? Vallen alle kledingstukken, van sokken tot een winterjas, onder het kleedgeld? Of betalen ouders bijvoorbeeld sportkleding, badkleding of schoenen nog apart?
- Vast bedrag, vast moment: Geef het kleedgeld, net als het zakgeld, op een vast tijdstip. Bijvoorbeeld maandelijks of per kwartaal, wanneer je de kinderbijslag ontvangt.
Het belang van zakgeld: Leren door te doen
Zakgeld is meer dan alleen geld geven; het is een belangrijk leermiddel. Het helpt je kind de waarde van geld te leren kennen en te oefenen voor later. De kern van de financiële opvoeding is dat je kind leert dat je keuzes moet maken, want op is op.
Enkele belangrijke principes:
- Fouten maken mag: Het is niet erg als je kind zijn geld uitgeeft aan dingen die jij onnuttig vindt. Juist door zelf fouten te maken, leert je kind. Had je kind achteraf spijt van een aankoop? Dan is dat een goede les voor de volgende keer.
- Zakgeld is geen straf- of beloningsmiddel: Je kind moet op zijn zakgeld kunnen rekenen om te leren plannen. Het is geen loon, maar een middel om te leren.
- Op is op: Wees streng en schiet geen geld voor als het op is. Alleen dan leert je kind om met een budget om te gaan en keuzes te maken.
Praktische tips en afspraken
Goede afspraken voorkomen discussies. Overweeg de volgende punten:
- Een zakgeldcontract: Om het officieel en leuk te maken, kun je samen een zakgeldcontract opstellen. Hierin leg je alle afspraken vast, zoals de hoogte van het bedrag, het betaalmoment en wat je kind er wel en niet van moet betalen.
- Contant of digitaal? Nu je kind naar de middelbare school gaat, waar vaak niet meer met contant geld betaald kan worden, is het verstandig om het zakgeld op een bankrekening te storten. Dit leert je kind omgaan met digitaal geld. Bespreek regelmatig samen de bij- en afschrijvingen om het overzicht te bewaren.
- Jaarlijkse verhoging: Spreek af wanneer het zakgeld omhooggaat. Een goed moment is bijvoorbeeld de verjaardag van je kind of de start van een nieuw schooljaar.
Door op tijd te beginnen met zak- en kleedgeld, geef je jouw kind een waardevolle basis voor een financieel gezonde toekomst. Je leert je kind de waarde van geld kennen en geeft het de kans om door fouten te maken, zelfstandig te worden.